Prinsjesdag 2021; wat betekent dat voor de huizenmarkt?

23 september 2021

Het kabinet gaat 2,3 miljard euro uitgeven om komende jaren de verduurzaming van gebouwen en woningbouw verder te versnellen. Ook is er extra geld vrijgemaakt voor provincies en gemeenten voor publieke voorzieningen. Gevolg voor de huizenmarkt?

Betaalbaarder
Het kabinet gaat komende tijd rond de 100 miljoen euro investeren in de woningbouw, om zo het woningtekort en de betaalbaarheid van huizen te verbeteren. Ook moet dit geld de bouw van nieuwe betaalbare woningen versnellen, want ondanks dat er afgelopen kabinetsperiode 300,000 huizen zijn bijgekomen, is er nog steeds een tekort.

Dit is tevens een reden waarom er geprobeerd wordt om starters een betere positie te geven tegenover beleggers, wat heeft geresulteerd in een overdrachtsbelasting die viermaal zo hoog is geworden voor beleggers, terwijl die voor starters is afgeschaft. Per 1 januari 2022 is het mogelijk voor gemeenten om starters en doorstromers gebruik te laten maken van opkoopbescherming. Deze opkoopbescherming zorgt ervoor dat verhuurders in gewilde gebieden niet zomaar woningen kunnen opkomen, wat resulteert in meer koopwoningen voor eigenaren die zelf in het huis gaan wonen. 

Energiezuiniger
In het klimaatakkoord staat dat woningen en gebouwen in 2050 aardgasvrij zijn en dat energie schoner wordt opgewekt door bijvoorbeeld zonnepanelen, om via deze weg de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Voor deze snelle verduurzaming wordt dus meer geld uitgegeven. Een groot gedeelte van dit geld gaat naar het nationaal isolatieprogramma en naar een tegemoetkoming bij de aanschaf van hybride warmtepompen. Dit zijn goede opstapjes naar een aardgasvrije woning. Het overige deel van het geld dat opzij is gezet wordt gebruikt om overheidsgebouwen, scholen en ziekenhuizen energiezuiniger te maken.